Yvonne: „De toon . . . , die maakt de muziek,“zei ze . . . „Dat Frans vreemd ging met die hoer in Den Helder kan gebeuren: ’n scheve schaats of ’n slippertje komen in de beste families voor, toch . . . Maar . . . , hoe ‚t ging . . . , dat was zó grievend!,“ ze zweeg langdurend . . . Frieda dacht alleen maar: Ze moet verder . . . , ze heeft kinderen . . . , ze kan niet dagen en weken lang depressief op de bank blijven liggen . . . Ze gingen samen boodschappen en gezellige dingen doen . . . We luisterde naar elkaar . . . , we lieten elkaar niet in de kou staan . . . Zo kwam alles toch nog op de rails . . .
Frieda`s kleutertijd was een-en-al ellende, omdat zij geen woord Nederlands sprak en buitengesloten werd in alle denkbare opzichten . . . „Hoe heet je?,“ vroegen ze aan dat kleine donkere Oosteuropese meisje . . . „Elfi . . . ,“ zei ze . . . , wat fouter was dan fout en ‚t was ook nooit meer wat geworden met die Heksen voor de klas! Ook op de lagere school werd zij gepest en op alle fronten tegengewerkt, ook al had zij haar naam inmiddels in Elsje veranderd . . . Op de kinderen maakte ‚t géén enkele indruk . . . Zij had te maken met school-, en huisartsen, die haar onderste ooglid naar beneden trokken en constateerde dat ze bloedarmoede had . . . Tja, haar moeder had niet alleen een zenuwencrisis, ook ’n burn out . . . Kortom: Moeder was aan vakantie toe en dan stuur je haar dochter naar ’n vakantie kolonie, dat was in 1951 en 1953 . . . Elsje zat twee keer in Bakkum, er werd veel in de duinen gewandeld, zodat moeder tot rust kon komen . . . Dus, was zij altijd al ’n drukte maakstertje . . . Als je dan voor zo’n lange periode van school bent, en niet echt lekker mee kan komen, dan blijven we toch gewoon zitten. Wat meteen voor de rest van haar leven consequenties had . . . Zij werd, als achterlijk bestempeld en de Huishoudschool was echt ‚t hoogst haalbare voor haar . . . Er is nooit iemand geweest, die haar hielp met lezen en schrijven, haar moeder had ‚t sowieso te druk en Elfi-Elsje was toen al ontzettend lastig, werd volkomen genegeerd door die zeer arrogante Suffe Juffen. Ze was alleen maar lastig en stond vaker in de hoek dan, dat ze braaf in de schoolbank zat en de afgunst, haat, nijd, jaloezie en verachting van die andere kinderen waren toen al n voldongen feit . . . Of Elsje-Fiederelsje nu hoog sprong of laag . . . Zij was ’n walgelijke rotmoffin. – Hoezo is dit ’n cliché ??? Nee, ‚t is eerder ’n subtekst, dacht Frieda … Anderen bepaalde, dat zij alleen voor de afwas goed genoeg was en daarmee begon haar veel belovende carrière in de horeca . . . Het achterlijke hierbij was en is, dat zij zich van géén kwaad bewust was, ook kon ze niet aan haar moeder vragen, toen ze nog als embryo in haar buik groeide, dat ze in Amsterdam geboren wilde worden, want dan had ze in ieder geval ’n Nederlandse nationaliteit voor dat arrogante suffe, duffe klootjesvolk . . . , die niet beter wisten en er nooit iets bij geleerd hadden . . .
Na heel veel vijfen-en-zessen, vijentwintig ambachten en dertien ongelukken, was zij inmiddels braaf getrouwd en kregen in ‚t voorjaar van 1984 ’n sociale huurwoning toebedeeld. Inmiddels heette zij vanaf haar vijftiende Frieda of Frieda-Elsje en vierde op de Kop van Jut haar veertigste verjaardag: „Tja . . . , ‚t mocht eens tijd worden,“ zou je kunnen zeggen, want je kan niet eeuwig bij je ouders aan komen kloppen . . .
Haar huishouden was een regelrechte ramp! Ze werd weer aan alle kanten gepest en getreiterd door haar buren, beneden en boven en naast haar van alle kanten . . . Ze konden de zon weer eens niet in het water zien schijnen, want het gras was bij haar ‚t groenst. Het is gewoon voor woorden te smerig, om al die ellende . . . Om de haverklap 112, isoleer cellen werden ’n gewoonte . . . , met rechtzittingen en RMI-scanns tot gevolg . . . We zijn inmiddels in 2009 en tot op heden zijn ze nog héél, erg pissig, want die trut rookte niet . . . , dronk niet . . . , gebruikte nooit drugs, of hash, wiet en ging niet vreemd . . . , had dus ook géén enkele soa, ook géén hiv, wat nog ‚t meeste tegenviel . . . Alles moesten ze uitkammen en onderzoeken, waar ze je allemaal voor hielden, kan ik als schrijfster niet eens verzinnen . . . Ja: TOT NU TOE ZIJN ZE NOG STEEDS PISSIG EN PISNIJDIG!!! God!!! Wat waren ze treitergeil, zeg! Nee, ‚t feest ging nergens door . . . Je woont mooi, dat mag zeker ook niet . . . Ze zochten ‚t uit en konden niks vinden. Achteraf gezien moest ‚t iets te maken hebben gehad met die Heinekenontvoering. Tja . . . , er lagen in 2009 nog miljoenen onder haar matras, hè . . . , anders weet Frieda-Elsje ‚t ook niet . . .
Yvonne: „Zijn ze nu nog steeds pissig, omdat ze helemaal niks bij je konden vinden met hun giftige vooroordelen?“
Frieda: „Me bloed kunnen ze nu anno 2016 nog drinken, zo pissig zijn ze tot op heden aan toe . . . !“ Maar, op haar negenenzestigste wilde ze toch iets gezelligs gaan doen . . . Ze had in Het Parool gelezen, dat in ‚t Claverbuurthuis op de Elandsgracht 70 zo’n stuk of tien lezingen werden gegeven over de Jordaan met al z’n schilderachtige hofjes. Ze vond het reuze gezellig, om de stad, waar zij sinds 1948 woonde, wat te doorkruisen en beter te leren kennen. Maar, inmiddels was de stad Amsterdam zo ontzettend veranderd, dat het helemaal haar stad niet meer leek . . . Hierna werd de cursus Jordaan vervolgd door ‚Amsterdam I en II‘ gegeven in Noord . . . , door de Weledelgeleerde Heer drs. Jean Hubert van Tongeren, wat Frieda ook vreselijk gezellig vond en prachtig, om met ‚t pondje over ‚t IJ te gaan . . . Daar in Noord gebeurde ‚t: „Hij bekt lekker!“ Liet ze iedereen, die het maar wilde horen, weten . . . Zij was meteen pages! Zijn stem vooral, die deed de deur dicht, want hij had zo’n mooie, warme, diepe, donkere, mannelijke, sonore stem . . . Ze vond hem gewoon prachtig! Hij zag er goed gekleed uit, soms jongensachtig casual, wat zij ‚t lekkerst vond, hij was viriel . . . , bekte lekker . . . , maakte gebbetjes . . . , stond z’n mannetje en ze bleef op facebook over hem schrijven . . . En . . . , dan . . . , na verloop van tijd, denk je: De koek is op, dat was hem dan . . . Maar, dan komtie weer terug met zijn gebijbel . . . Wat denken de mensen nu wel, dat tante Friet van gietijzer is? Het was echt, om gek van te worden . . . , compleet met al haar natte dromen . . . , want ondertussen was de Weledelgeleerde Heer drs. Jean Hubert van Tongeren er weer voor de vierde keer met het Nieuwe Testament in schilderijen: Heel indrukwekkend . . . Maar, wij begrepen er niets van . . . Dus, samen met ’n andere dame trok zij haar stoute schoenen aan en ging naar hem toe.

Frieda: „Meneer . . . , wij wilde u iets vragen? Bent u priester geweest? Heeft u misschien theologie gestudeerd?“
De Weledelgeleerde Heer drs. Jean Hubert van Tongeren: „Nee . . . , ik heb kunstgeschiedenis gestudeerd en ik werk in het Catharijneconvent te Utrecht . . .“ Hij genoot ondertussen van die stomme dames, van onze verwarring, omdat we er nog niets van begrepen. Brutaal tilde ze haar hoofd op en keek recht in zijn sprankelende staal blauwe ogen . . . , vol spot en verachting . . . , er zat ’n grote blaas op zijn lip . . . , zag zij . . . , ze wilde hem ruiken en iets intiems in zijn oor fluisteren . . . , ze vroeg zich niet af, wat er was gebeurd . . . , was ‚t ’n beginnende koortslip . . . , had hij op zij onderlip gebeten . . . , zijn geliefde . . . Zulke fantasieën kreeg zij veel-en-veel later pas . . . Weiterlesen →