Ik kan niet schrijven. Té gênant voor woorden, want ik schrijf al jaren: Di Maestro: de weledelgeleerde heer drs. J. H. van Tongeren. Allemaal verkeerd! Gòh, zeg! Wat zullen die wijven weer smullen, want die trut gaat weer lekker af als ’n gieter . . . De titel schrijf je met een hoofdletter en ik dacht ook de aanhef van ’n brief, dus niet . . .
Ik bladerde ik ‚SCHRIJFWIJZER‘, ondertitel: ‚Volledig herziende editie‘ van Jan Renkema. SDU UITGEVERIJ, ’s-Gravenhage 1989, om al die meervouden met komma’s – ’s -, – s – zonder komma eraan geplakt, eventjes te bekijken, want je hebt dus: Hermans‘ boek en Inez‘ verhaal, maar wel garages en clichés of foto’s, paraplu’s en baby’s of babies, met royalties of op z’n Engels: royalty’s, om ’n punthoofd van te krijgen . . . Dan heb ik het nog niet eens over de ‚ennen‘ en de dank-u-wel’s, maar Vondels werken . . . , is weer met ’n medeklinker . . . , dus die plak je aan de medeklinker vast zonder ‚ . . . Als je dat allemaal bekijkt, kom je vanzelf tot de conclusie dat bloggen geen optie meer is . . . Je kan er behoorlijk van overhoop liggen, want er zijn dan ook weer uitzonderingen op de regel . . . Mieppie op me balkonnetje en de Nijlganzen op de Kop van Jut . . . Wat zijn ze giga groot geworden, zeg! Je kan niet meer zeggen, wie de ouders zijn . . .
Elfriede, dinsdag 27 juni 2017