Amsterdam, op de Kop van Jut, zondag 29 oktober 2017
„Wie zaten er op de Euromast,“ vroeg Betty en luisterde ademloos. Friet vertelde haar zuster in Sylt, dat de vrouw van de burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan 1955 – 2017, met de kinderen een dagje in Rotterdam was. Die appten naar hun vader . . . , hoe cool ‚t daar boven was en de ander schreef, dat de haven van Rotterdam veel mooier was dan ‚t IJ. De burgemeester stuurde onmiddellijk ’n sms’je terug: „Gooi ze van die mast af!“
Hij was elf jaar jonger . . . , pas tweeënzestig . . . , hield van zijn saffies . . . , en loop dan niet aan zo’n man zijn hoofd te mierenmeieren … , wat hij allemaal heb te moeten … , want dan doet hij het juist … Iedereen hield van die man en hij is als een jonge god ten hemel opgestegen … , naar wij dachten: als een echte Heilige …
Ik sterf op de Kop van Jut … , ben hier al te veel … , laat helemaal staan in zo’n verpleeg te huis … , met rollator en op krukken en als je dan eindelijk slaapt, moet je de pot op en „gezellig“ . . . Jezus!!! Hierzo aan de overkant, voor de deur van De Werf, ’n bejaarden tehuis, moest ik plotseling heftig remmen, om een botsing te voorkomen … Die klap zag ik niet aankomen en door de schok lazerde ik weer voor de honderdduizendste keer op de keien … Er liep ’n verpleegster of familie, die ’n oude dame in een rolstoel voort duwde, en mij spontaan te hulp schoot: ‚t bij elkaar zoeken van boodschappen, me brilletje en gympen, die in de struiken hingen … Friet zei: „Dat gaat niet! U kunt géén honderd kilo optrekken. Ik moet eerst op me knieën liggen en dan kan ik zelf overeind komen … “ Ze begon meteen onder me oksel te rukken en te trekken. Weiterlesen