♥ Op de Kop van Jut ♥ Westerpark ♥ A M S T E R D A M ♥
Het is nog steeds januari . . . , dus . . .

Foto door Craig Adderley op Pexels.com
Dat grote ei
„Wie heeft dat grote ei gelegd? ze Hannekedoe de haan. / Wie heeft dat grote ei gelegd? Wie heeft dat toch gedaan? / Heb jij dat ei gelegd, Cato? Of jij, Marie? Of Kee? De kippen keken heel verbaasd en zeiden allemaal: Nee, / wij leggen wel ereis een ei, maar niet zo vreselijk groot, / we zouden het niet kunnen ook, al sloeg uwé ons dood.
Kom, kom, zei vader Hannekedoe en trok een streng gezicht, / een ei wordt altijd eerst gelegd, voordat het ergens ligt! / Dus iemand heeft dat ei gelegd, of is het een ei van de koe? / Of is het een ei van de olifant, zei vader Hannekedoe. / Of is het ei van een kangoeroe, of is het ei van de struis? / Of is het ei van de locomotief, of is het gewoon abuis?
Toen zei de kip Cato verlegen: Zusterkens, vooruit, we gaan er maar op zitten en dan komt er wel wat uit, misschien gewoon een veulentje, of anders een busje vim. Toen klommen ze allemaal op dat ei, het was een hele klim.
Daar zaten ze met z’n allen, zeven kippen op een ei en Hannekedoe de haan, die klom er zelf persoonlijk bij. / Ze gingen zo gezellig aan het broeden, alle zeven, maar na een uur ze Hannekedoe: Het gaat een beetje kleven . . .
En toen, na nog een uurtje zitten kregen ze ’t in de gaten. / Ze merkten dat ze aan elkander vastgesmolten zaten. / Ze sprongen op en zagen dat het ei geen ei meer was, / daar stonden ze verdrietig in een kleverige plas.
Het was een suikerei geweest, wie had dat nu gedacht, / een suikerei dat gisteren door de bakker was gebracht. / En Hannekedoe de haan heeft toen alleen nog maar gezegd: Het is Geen Goede Kip geweest, die zo’n ei heeft gelegd.“
Annie M. G. Schmidt

E L F R I E D E