"E E N D I C H T E R
Piet Pluimers wou het liefst verzen schrijven
over wat late rozen in de zon.
Hij was dichter en wou het blijven.
Hij schreef sonnetten toen hij pas begon.
Het rijmde ook. Maar andre dichters zeiden:
je mag niet rijmen joh, t is geen gezicht!
Je moet zorgvuldig alle rijm vermijden,
want een gedicht dat rijmt is geen gedicht.
En dan dat metrum! Dat is uit de mode.
t Mag niet van rál de ral de rál de ral.
Punten en komma's, jongen, zijn verboden.
En denk erom: geen hoofdletters overal.
En nooit een hele zin. Alleen maar brokken.
En rozen mogen wel een keer, maar dan
slechts in verband met baarmoeders en sokken
en zó dat niemand het begrijpen kan.
't Is maar dat je het weet, we zeggen
't je maar even.
Piet had het spoedig door en hij zei: o.
Hij heeft dezelfde dag een vers geschreven,
zijn eerste echte vers en dat ging zo:
ik drijf de spelden van wanhoop
in de huid van je
grutten wezenloos
woezie woezie 17 en
klaan uit je klikhaar versuikeren
bleke bliezen in schedels met spuigaten
vol blauw gehakt
En toen zei iedereen: dat is prachtig! (Godallemachtig!)
En Paul Rodenko schreef een heel lang stuk
in Maatstaf om te laten zien hoe prachtig
het was. Vooral dat 'woezie' en dat 'kluk'.
Alleen Piet Pluimers zelf was niet tevreden.
Hij wou zo graag eens rijmen, want helaas,
hij heeft nu eenmaal 't rijm onder z'n leden.
Maar nee, hij mag alleen met Sinterklaas.
En hij wou graag één keer een komma zetten.
Ach Piet! Over tien jaar slaat het om!
Dan rijmt men weer. Dan maakt men weer
sonnetten.
Dan gaat het weer van póm de róm de róm."
A N N I E
"Valt het kwartje?," vroeg tante Friet . . .
Gefällt mir:
Gefällt mir Wird geladen...
Het kwartje is gevallen Elfriede. Dank je wel!
LikenLiken